Gierzwaluw

Met zijn bijna prehistorische uiterlijk is de gierzwaluw een bijzondere vogel. Hij doet (bijna) alles vliegend, zelfs slapen. De gierzwaluw behoort, ondanks zijn naam, niet tot de zwaluwenfamilie zoals de boeren- en huiszwaluw. Hij komt uit de familie van de gierzwaluwachtigen, hij is hiermee sterker verwant aan de kolibries dan aan de zwaluwen.

Direct naar de informatie die je zoekt:

Uiterlijk van de gierzwaluw

De gierzwaluw is maar een kleine vogel met zijn lengte van rond de 17 centimeter en spanwijdte van 40 centimeter. Een volwassen vogel weegt gemiddeld 46 gram. Er is qua uiterlijk tussen het vrouwtje en mannetje geen verschil te zien. De veren zijn zwart, de kin en keel wittig. De vleugels hebben een blauwe gloed. De jonkies zijn bruiner van kleur. De staart kan bij hoge snelheden tot een punt wordt gedraaid waardoor hij nóg hogere snelheden kan bereiken met vliegen.

De snavel is vrij klein, maar kan ontzettend ver geopend worden. Op die manier kunnen de jongen hun bal met voer goed aanpakken. De ogen liggen diep verzonken zodat ze niet beschadigen als ze door een zwerm insecten vliegen.

De wetenschappelijke naam van de gierzwaluw (Apus apus) komt van het Oud-Griekse woord apous, wat ‘zonder voeten’ betekent. Een gierzwaluw heeft zeer korte pootjes waar je hem ook niet op ziet staan. Zichzelf afzetten om daarmee te gaan vliegen doet de gierzwaluw daarom ook met zijn vleugels.

 

gierzwaluw

Wat eet de gierzwaluw en hoe komt hij aan zijn voer?

Insecten, echt heel veel insecten, eet de gierzwaluw. Tot wel 15.000 per dag. Dit zijn vooral vliegen, muggen, bijen, wespen, vliegende mieren en kevertjes. En een spinnetje dat toevallig voorbij komt in zijn web wordt ook uit de lucht geplukt. De insecten worden hoog in de lucht gepakt. De gierzwaluw vliegt met 40 km per uur en wisselt de hele tijd snel van koers, daarbij pikt hij de insecten stuk voor stuk uit de lucht.

Als het koud is en/of er vliegen weinig insecten rond, dan kan een jonge gierzwaluw in een soort winterslaap komen. Zijn hart en ademhaling worden dan verlaagd en zijn temperatuur kan van 38 graden terugzakken naar 21 graden. Op die manier kunnen ze een paar dagen zonder eten, terwijl pa en ma verder weg vliegen op zoek naar eten.

Jongen worden door zowel de vader als de moeder gevoerd. De ouders vliegen rond om insectjes te vangen en geven dit eten in een balletje aan hun jongen. Zo’n balletje bestaat uit 300-500 insecten en is lekker smeuïg gemaakt met speeksel. De jongen krijgen tot zo’n 20 balletjes per dag. Daarom is het maar goed dat hun snavel zo ver open kan!

De reden dat de gierzwaluw al vroeg weer vertrekt richting het zuiden is omdat op de (hoge) hoogte waarop ze vliegen dan nog voldoende insecten vliegen. Wat later in het seizoen zijn die insecten verdwenen.

Broedseizoen

Gierzwaluwen zijn maar drie maanden van het jaar in Nederland (eind april/begin mei tot en met begin augustus). Hij wordt daarom ook wel de “honderd-dagen-vogel” genoemd. Na het broedseizoen vliegen alle gierzwaluwen naar Afrika.

De paring vindt plaats op de plek waar ze hun nest bouwen (onder een dakgoot, dakpan, achter een regenpijp of een gat in de muur) óf vliegend in de lucht, wat bijna geen enkele vogel hem na doet. Gierzwaluwen krijgen 2 à 3 eieren, zowel het mannetje als vrouwtje broeden om de beurt. Na zo’n 18-20 dagen komen de eieren uit. De jongen worden door beide ouders gevoerd.

In de smalle nestruimte kan het behoorlijk warm worden, dit trekt vaak veel parasieten aan waaronder de gierzwaluwluisvlieg.

Na zo’n 40 dagen vliegen de jongen uit. Omdat ze in de krappe ruimte van hun nest geen ruimte hebben om te oefenen met fladderen, doen de jongen een soort opdruk-oefeningen: met hun vleugels/schouders drukken ze zich op en oefenen zo hun spieren. Zodra ze uitvliegen gaan ze direct in een rechte lijn, richting Afrika.

Gierzwaluwen zijn erg gehecht aan hun woonomgeving: (bijna) elk jaar komen ze weer terug op dezelfde plek om te broeden. Ook de jongen, die maar kort op hun nest zijn geweest en direct uitvliegen, komen naar hun ‘ouderlijk huis’ terug elk jaar om zelf een nestje te bouwen.

Typisch voor een gierzwaluw

De gierzwaluw vliegt 99% van zijn tijd. Het is een van de zeer weinige vogels die altijd in de lucht is. Hij doet alles vliegend, ook slapen. Dit doet hij door de helft van zijn hersenen uit te schakelen waarmee hij slaapt terwijl de andere hersenhelft nog verder kan vliegen.

Het is een snelle vlieger: hij kan snelheden bereiken van 120 km/uur en in een duikvlucht zelfs snelheden van meer dan 200 kilometer per uur.

Spanwijdte: 40 cm.
Gewicht: 46 gram
Lengte: 17 cm.
Nestgedrag: nestblijver
Winter: trekvogel

De gierzwaluw vliegt lange afstanden naar Afrika. De Nederlandse gierzwaluwen vliegen door naar Congo en zelfs naar Mozambique. Onderstaand kaartje laat de vluchtroutes zien.

Help de gierzwaluw

Omdat er steeds minder broedplekken zijn help je de gierzwaluw door het ophangen van een broedkast. Kijk voor meer informatie op de website van de Gierzwaluwbescherming Nederland. 

De gierzwaluw kent weinig vijanden omdat hij zo ontzettend snel kan vliegen. In de lucht kan hij soms gepakt worden door een roofvogel en op de grond/in zijn nestruimte door een kat of rat (vooral de jongen).

Soms maakt een gierzwaluw een rare manoeuvre waardoor hij op de grond belandt. Het beste help je hem door op een vlakke hand te leggen, hoog in de lucht, en hem vanaf je hand weg te laten vliegen. Gooi hem vooral niet in de lucht! Want als hij niet kan vliegen dan maakt hij een harde smak op de grond. Vliegt hij niet weg, dan is er wat aan de hand en kun je de gierzwaluw het beste (laten) brengen naar een wild/vogelopvang.

Kom je een gierzwaluw half/eind augustus tegen? Dan is dat waarschijnlijk een dier in nood, die niet richting Afrika af kon reizen. Bel dan voor overleg met een wild/vogelopvang in de regio of de dierenambulance.

Wet en regelgeving

De gierzwaluw is een beschermde inheemse diersoort.

Waar komt de gierzwaluw voor?

De gierzwaluw komt (van april/mei tot en met augustus) in heel Nederland voor.